Aanbevolen post

Mijn politieke programma op 1 A4-tje

Als Geert het kan, kan ik het ook, dacht ik, dus: Samenleven is het alternatief voor ieder-voor-zich-met-het-recht-van-de-sterkste-als-ge...

17 oktober 2019

onderzoeksopzet zo eenvoudig als t kan maar niet eenvoudiger


Een onderzoek doe je altijd omdat je iets wilt realiseren, de gewenste toestand, de "soll"-toestand.
Dat is je doel. Het doel van je onderzoek.
De verwoording van je doel (uiteindelijk in s,m,a,r,t criteria) heet de doelstelling.

De gewenste toestand minus de bestaande toestand = je probleem. Niet om te betreuren maar waarvoor je oplossingen zoekt. De bestaande toestand is de uitgangspositie.
De verwoording van je probleem heet de probleemstelling.

De oplossing van je probleem bestaat uit middelen en hun werking die je doel kunnen verwezenlijken.
Om je doel te bereiken moet je altijd iets weten.

Wat al bekend is -over de bestaande toestand en kennis over mogelijke middelen en hun werking over hoe tot je doel te komen- kun je opzoeken; begin daar eerst maar eens mee.
Totdat je een samenhangend beeld voor ogen krijgt, een keten van oorzaken en gevolgen. Met je doel als uiteindelijk gevolg. Dat beeld noem je je theoretisch kader.

Wat je daarna nog niet weet - maar wel nodig hebt om je doel te bereiken - wordt jouw (onderzoeks)-vraag. Je gaat op zoek naar antwoorden op de vraag: nieuwe kennis over middelen en hun werking om tot je doel te komen.

Iets weten betekent dat je er voor een hypothese getoetst hebt. Dus moet je eerst een hypothese hebben.
De antwoorden en oplossingen die je bedenkt beginnen als zo'n hypothese.

Hoe je er aan komt doet er strikt genomen niet toe, maar kansrijke hypotheses vind je ze door slimme combinaties van wat je al weet.
Ook kun je allerhande suggesties gaan verzamelen. Alle antwoorden zijn mogelijk; je zoekt ze met open vragen. Dit noemt men kwalitatief onderzoek. Ook wel inductie.
Als je dat een tijdje doet krijg je uiteenlopende antwoorden op je vragen of doe je waarnemingen die aan één of andere regel lijken te voldoen. Met zo'n regel heb je een hypothese ontdekt!

Dan ben je al halverwege, dus een goed begin.
Maar je hypothese is nog niet getoetst. Dat doe je door er voorspellingen mee te doen voor nieuwe waarnemingen. 
Je voorspellingen zijn vooraf bekende uitkomsten. Je vindt ze met gesloten vragen, met voorafvastgestelde antwoordmogelijkheden: multiple choice of getallen. Je kunt ze meten of turven. Daarom wordt dit ook wel kwantitatief onderzoek genoemd. Ook wel deductie.

Als je voorspellingen vaak genoeg uitkomen kun je je hypothese voor waar aanhouden. Zo niet dan is die gefalsificeerd - de hoogst mogelijke wetenschappelijke status...

Je sluit tot slot de kring door de voor-waar-aangenomen hypothesen te beoordelen en rangschikken op geschiktheid als oplossing voor je oorspronkelijke probleem. Met oplossingen die geschikt zijn is je doel bereikt - je onderzoek afgerond.

Geen opmerkingen: