De industrie vervuilt, de burger = consument betaalt.
Maar als de industrie zou betalen zouden de kosten doorberekend worden in de productprijzen, en de consument = burger alsnog betalen.
Die heeft dan echter wel een keuze.
De consument = burger kan kiezen voor Chinese of Bengaalse shit, of shit uit Patagonië voor mijn part, waar niet voor vervuiling betaald is.
En dat doet ie.
Het enige netto-gevolg: onze voor-vervuiling-betalende, of, nog sneuer, niet-meer-vervuilende industrie gaat te gronde.
En de vervuiling vindt nog steeds plaats. Dat was toch niet de bedoeling?
Maar dan nu:
De burger betaalt en denkt als consument: "ja, hee, ik heb al betaald dus dat geeft mij rechten". Recht om te vervuilen. De industrie krijgt geen directe prikkel om vervuiling te stoppen.
En de vervuiling vindt nog steeds plaats. Dat was toch niet de bedoeling?
De prijsprikkel spekt wel lekker de staatskas, maar werkt dus niet zolang de burger = consument niet solidair is met de industrie.
En de vervuiling vindt nog steeds plaats. Dat was toch niet de bedoeling?
Het wordt gekker.
Want als de consument = burger wél solidair met de industrie zou zijn, dus zou zeggen: ik koop alleen onvervuild geproduceerde shit, moeten ze dan nog voor die vervuiling betalen?
Maar de vervuiling vindt dan niet meer plaats. Dat was toch de bedoeling?
PS.
Bij 1-&-ander wordt er stilzwijgend van uit gegaan dat niet-meer-vervuilen geld kost. Klopt dat wel?
https://ghvernuft.nl/html/grh/kluft6.pdf
Aanbevolen post
Mijn politieke programma op 1 A4-tje
Als Geert het kan, kan ik het ook, dacht ik, dus: Samenleven is het alternatief voor ieder-voor-zich-met-het-recht-van-de-sterkste-als-ge...
28 december 2018
03 december 2018
hypotheses eenvoudig
'Hypothese' is oudgrieks voor 'onderstelling', een uitspraak die we voor waar aannemen.
Een hypothese is ~goed~ als je m kunt toetsen. Ofwel -sinds Popper- als die falsifieerbaar is.
"Een hypothese is falsifieerbaar, als ze [...] kan worden verworpen." (bron: onbelangrijk)
Maar wat betekent dat? Wanneer kan een hypothese verworpen worden?
Ik had voor mezelf altijd een soort van axioma dat een goede hypothese van het type "als 'dit', dan 'dat'" moet zijn. Preciezer: "als 'dit' dan, en slechts dán, 'dat'".
Zo'n hypothese stelt dat 'dat' samenhangt met 'dit'.
Je kunt die in beeld brengen met een diagram:
Nu gaan we een waarneming doen.
We wachten tot 'dit' gebeurt (of zoeken een geval van 'dit', of zorgen er -in een experiment- voor dat 'dit' gebeurt) en kijken of 'dat' dan ook optreedt.
Zo ja, noteren we de waarneming in het vakje 'dit' én 'dat'.
Zo nee, noteren we de waarneming in het vakje 'dit' én 'niet-dat'.
We krijgen dan respectievelijk:
Wat weten we nu?
Nog niet wat we wilden weten, namelijk of 'dat' daadwerkelijk met 'dit' samenhangt.
Daarvoor moeten nog een waarneming doen, namelijk bij 'niet-dit'.
Dus wachten we vervolgens tot 'niet-dit' gebeurt (of zorgen er -in hetzelfde experiment- voor dat 'niet-dit' gebeurt) en kijken of 'niet-dat' dan ook optreedt.
Zo ja, noteren we de waarneming in het vakje 'niet-dit' én 'niet-dat'.
Zo nee, noteren we de waarneming in het vakje 'niet-dit' én 'dat'.
We hebben dan 1 uit 4 mogelijke uitkomsten:
Alleen de eerste uitkomst bevestigt de oorspronkelijke hypothese.
Bij alle drie andere uitkomsten gaat die niet op en verwerpen we haar. De hypothese is dus falsifieerbaar (QED)
(Alles is echter niet verloren: de tweede uitkomst bevestigt namelijk de omgekeerde hypothese,slordig gesteld: "als 'niet-dit' dan 'niet-dat'". Omgekeerde samenhang dus.)
Maar de laatste twee uitkomsten duiden er op dat 'dat' NIET samenhangt met 'dit'.
Als ezelsbruggetje geldt: er is samenhang als de waarnemingen op een diagonaal staan.
Van andere dan "als 'dit' dan 'dat'"- stellingen weet ik niet of de falsifieerbaarheid is vast te stellen. De truc is dan om zo'n stelling om te vormen naar "als 'dit' dan 'dat'".
Een hypothese is ~goed~ als je m kunt toetsen. Ofwel -sinds Popper- als die falsifieerbaar is.
"Een hypothese is falsifieerbaar, als ze [...] kan worden verworpen." (bron: onbelangrijk)
Maar wat betekent dat? Wanneer kan een hypothese verworpen worden?
Zo'n hypothese stelt dat 'dat' samenhangt met 'dit'.
Je kunt die in beeld brengen met een diagram:
dat | niet dat | |
---|---|---|
dit | ||
niet dit |
Nu gaan we een waarneming doen.
We wachten tot 'dit' gebeurt (of zoeken een geval van 'dit', of zorgen er -in een experiment- voor dat 'dit' gebeurt) en kijken of 'dat' dan ook optreedt.
Zo ja, noteren we de waarneming in het vakje 'dit' én 'dat'.
Zo nee, noteren we de waarneming in het vakje 'dit' én 'niet-dat'.
We krijgen dan respectievelijk:
dat | niet dat | |
---|---|---|
dit | waargenomen | |
niet dit |
dat | niet dat | |
---|---|---|
dit | waargenomen | |
niet dit |
Wat weten we nu?
Nog niet wat we wilden weten, namelijk of 'dat' daadwerkelijk met 'dit' samenhangt.
Daarvoor moeten nog een waarneming doen, namelijk bij 'niet-dit'.
Dus wachten we vervolgens tot 'niet-dit' gebeurt (of zorgen er -in hetzelfde experiment- voor dat 'niet-dit' gebeurt) en kijken of 'niet-dat' dan ook optreedt.
Zo ja, noteren we de waarneming in het vakje 'niet-dit' én 'niet-dat'.
Zo nee, noteren we de waarneming in het vakje 'niet-dit' én 'dat'.
We hebben dan 1 uit 4 mogelijke uitkomsten:
dat | niet dat | |
---|---|---|
dit | waargenomen | |
niet dit | waargenomen |
dat | niet dat | |
---|---|---|
dit | waargenomen | |
niet dit | waargenomen |
dat
|
niet dat
| |
---|---|---|
dit
|
waargenomen
| |
niet dit
| waargenomen |
dat
|
niet dat
| |
---|---|---|
dit
| waargenomen | |
niet dit
|
waargenomen
|
Alleen de eerste uitkomst bevestigt de oorspronkelijke hypothese.
Bij alle drie andere uitkomsten gaat die niet op en verwerpen we haar. De hypothese is dus falsifieerbaar (QED)
(Alles is echter niet verloren: de tweede uitkomst bevestigt namelijk de omgekeerde hypothese,
Maar de laatste twee uitkomsten duiden er op dat 'dat' NIET samenhangt met 'dit'.
Als ezelsbruggetje geldt: er is samenhang als de waarnemingen op een diagonaal staan.
Van andere dan "als 'dit' dan 'dat'"- stellingen weet ik niet of de falsifieerbaarheid is vast te stellen. De truc is dan om zo'n stelling om te vormen naar "als 'dit' dan 'dat'".
14 november 2018
CO2concentratie en broeikaseffect
"De wet van Stefan-Boltzmann stelt in maar vijf regels natuurkunde dat huidige hoeveelheid CO2 de aarde ongeveer dertig graden warmer maakt ten opzichte van nul CO2 in de atmosfeer". https://t.co/lSL6yoJ33i
Van nature -zeg in het jaar 1800- was de CO2-concentratie 280 ppm. In 2016 was dat 400 ppm.
In promilles: 0.28 ‰ resp 0.4‰ = in procent: 0.028% resp 0.04%.
De van nature al aanwezige CO2 zorgt,
samen met de van nature overvloedig aanwezige -en veel sterker werkzame- waterdamp en andere broeikasgassen,
dat de temperatuur op aarde gemiddeld 15°C is ipv -18°C.
Praten we over relatieve temperatuurstijging dan moet je in Kelvin rekenen in plaats van Celsius.
Dus zonder broeikasgassen was het op aarde gemiddeld 255K.
Met van nature aanwezige broeikasgassen 288K.
Dat is ongeveer 14% hoger.
Waterdamp neemt daarvan ca 2/3 voor zijn rekening, dus zeg 9% relatieve temperatuurverhoging. Blijft voor -natuurlijk- CO2 maximaal 5% bijdrage broeikaseffect over.
Naïef zou je bij verdubbeling van CO2-concentratie maximaal 10% bijdrage aan extra temperatuur-verhoging niet verbazen.
Wat IPCC schijnbaar -zonder gewijzigd gedrag- verwacht is 4K temperatuurstijging in 2100.
Ten opzichte van de 'natuurlijke' 288K is dat 4K / 288K = 1,2% hoger.
Die CO2-concentratieverhoging levert dan 1,2% / 14% =
Met het huidige tempo van fossiele-brandstof-stoken zou de CO2-concentratie dan ongeveer verdubbeld zijn ten opzichte van het jaar 1800, omstreeks 500ppm = 0,5‰ = 0,05%.
Van nature -zeg in het jaar 1800- was de CO2-concentratie 280 ppm. In 2016 was dat 400 ppm.
In promilles: 0.28 ‰ resp 0.4‰ = in procent: 0.028% resp 0.04%.
De van nature al aanwezige CO2 zorgt,
samen met de van nature overvloedig aanwezige -en veel sterker werkzame- waterdamp en andere broeikasgassen,
dat de temperatuur op aarde gemiddeld 15°C is ipv -18°C.
Praten we over relatieve temperatuurstijging dan moet je in Kelvin rekenen in plaats van Celsius.
Dus zonder broeikasgassen was het op aarde gemiddeld 255K.
Met van nature aanwezige broeikasgassen 288K.
Dat is ongeveer 14% hoger.
Waterdamp neemt daarvan ca 2/3 voor zijn rekening, dus zeg 9% relatieve temperatuurverhoging. Blijft voor -natuurlijk- CO2 maximaal 5% bijdrage broeikaseffect over.
Wat IPCC schijnbaar -zonder gewijzigd gedrag- verwacht is 4K temperatuurstijging in 2100.
Ten opzichte van de 'natuurlijke' 288K is dat 4K / 288K = 1,2% hoger.
Die CO2-concentratieverhoging levert dan 1,2% / 14% =
8,5% van het effect van alle andere broeikasgassen samen.
Met het huidige tempo van fossiele-brandstof-stoken zou de CO2-concentratie dan ongeveer verdubbeld zijn ten opzichte van het jaar 1800, omstreeks 500ppm = 0,5‰ = 0,05%.
30 september 2018
07 juni 2018
perverse patenten
Octrooien - soms ook wel patenten genoemd - zijn ooit bedoeld om uitvinders te beschermen tegen de grote buitenwereld.
Zat zo'n uitvinder soms jaren op zijn zolder, fietsenschuurtje of laboratorium hèt idee uit te werken waarmee de mensheid weer een stap vooruitgang kon maken, werd dat in een mum van tijd gekopieerd. Types met een ander soort handigheid gingen er met de poet vandoor. Straffeloos. Dat doe je dus geen tweede keer, en velen zouden er niet eens aan beginnen.
Dat was een probleem:
De oplossing die bedacht werd: we geven -als overheid- de uitvinder het alleenrecht om zijn uitvinding te exploiteren, althans voor een tijdje. Het octrooi.
Er kwamen wetgeving, octrooibureaux, Europese en wereld-harmonisatie en heden ten dage zijn "ruim 100 miljoen octrooipublicaties uit meer dan 90 landen" te raadplegen (espacenet.com).
Een succesverhaal, toch?
Nou, de kwetsbare uitvinder staat dan misschien wel in zijn recht maar vooral nog steeds in de kou. Want zie maar eens je recht te halen.
Erger nog, octrooien worden strategisch ingezet ten dienste van eigenbelang. Niet altijd in overeenstemming met het algemeen belang.
Voorbeelden te over:
Derden die inbreuk maken krijgen direct te maken met de machtige overheid in plaats van met een kwetsbare uitvinder.
De uitvinder is dus beschermd, en beter.
Zat zo'n uitvinder soms jaren op zijn zolder, fietsenschuurtje of laboratorium hèt idee uit te werken waarmee de mensheid weer een stap vooruitgang kon maken, werd dat in een mum van tijd gekopieerd. Types met een ander soort handigheid gingen er met de poet vandoor. Straffeloos. Dat doe je dus geen tweede keer, en velen zouden er niet eens aan beginnen.
Dat was een probleem:
we hebben uitvinders nodig maar uitvinders zijn bijzonder kwetsbaar.
De oplossing die bedacht werd: we geven -als overheid- de uitvinder het alleenrecht om zijn uitvinding te exploiteren, althans voor een tijdje. Het octrooi.
Er kwamen wetgeving, octrooibureaux, Europese en wereld-harmonisatie en heden ten dage zijn "ruim 100 miljoen octrooipublicaties uit meer dan 90 landen" te raadplegen (espacenet.com).
Een succesverhaal, toch?
Nou, de kwetsbare uitvinder staat dan misschien wel in zijn recht maar vooral nog steeds in de kou. Want zie maar eens je recht te halen.
Erger nog, octrooien worden strategisch ingezet ten dienste van eigenbelang. Niet altijd in overeenstemming met het algemeen belang.
Voorbeelden te over:
- aidsmedicijnen alleen tegen woekerprijzen verkopen vooral in arme landen;
- onwetende boeren aanklagen waarvan je de gewassen hebt laten bevruchten met jouw rondwaaiend geoctrooieerd stuifmeel;
- toepassing van milieubeschermende technieken saboteren door de octrooien erop te verwerven;
- ...
Misschien te begrijpen en zeker te verklaren. Maar niet de oorspronkelijke bedoeling.
Het octrooisysteem moet om, het moet anders.
Kan het ook anders?
Mijn voorstel:
Wie een octrooiaanvraag indient ruilt zijn ip, 'intellectueel eigendom', in bij de (bij voorkeur democratisch gecontroleerde) instantie tegen de -exclusieve- vergunning dat te exploiteren.
Het systeem is geperverteerd.
Het octrooisysteem moet om, het moet anders.
Kan het ook anders?
Mijn voorstel:
maak een octrooi geen recht maar een vergunning.
Wie een octrooiaanvraag indient ruilt zijn ip, 'intellectueel eigendom', in bij de (bij voorkeur democratisch gecontroleerde) instantie tegen de -exclusieve- vergunning dat te exploiteren.
Derden die inbreuk maken krijgen direct te maken met de machtige overheid in plaats van met een kwetsbare uitvinder.
De uitvinder is dus beschermd, en beter.
Maar de vergunning wordt verleend op voorwaarden, waarbij algemeen belang voor eigenbelang gaat.
20 maart 2018
Marktwerking
(origineel)
Marktwerking - een zwaar misbruikt woord. Alsof privatisering hetzelfde is als vrije markt. In Rusland noemen ze die privaten oligarchen. En dat is wat ze zijn - ver van vrije markt.
Het ideaal achter de vrije-markt-gedachte is dat mensen het allemaal zelf wel op kunnen lossen. Dat daar geen autoriteiten voor nodig zijn. Privatisering daarentegen is alleen maar stimulering van de sterkste die toch al wint.
Die sterksten blijven winnen, en de rest dus verliezen. Tot op een breekpunt. Dan stort het hele systeem in en begint het van voor af aan. Recessie, crisis, revolutie, oorlog ... in ieder geval algehele malaise.
Sleutelwoord is niet 'vrije markt' maar 'vrije concurrentie'. Voor een stabiel systeem. Geen partij krijgt de overhand.
Er valt te berekenen wanneer een partij de overhand krijgt. Lanchester deed dat voor legers in oorlog, maar je kunt zijn resultaten ook toepassen op marktpartijen, in strijd om de gunst van de klant.
Het blijkt dat bij een marktaandeel van 26% een partij niet (zomaar) meer door de concurrentie uit te schakelen is.
Marktdominantie is dus eenvoudig te bestrijden door marktaandelen boven -zeg- een kwart af te toppen.
Marktwerking - een zwaar misbruikt woord. Alsof privatisering hetzelfde is als vrije markt. In Rusland noemen ze die privaten oligarchen. En dat is wat ze zijn - ver van vrije markt.
Het ideaal achter de vrije-markt-gedachte is dat mensen het allemaal zelf wel op kunnen lossen. Dat daar geen autoriteiten voor nodig zijn. Privatisering daarentegen is alleen maar stimulering van de sterkste die toch al wint.
Die sterksten blijven winnen, en de rest dus verliezen. Tot op een breekpunt. Dan stort het hele systeem in en begint het van voor af aan. Recessie, crisis, revolutie, oorlog ... in ieder geval algehele malaise.
Sleutelwoord is niet 'vrije markt' maar 'vrije concurrentie'. Voor een stabiel systeem. Geen partij krijgt de overhand.
Er valt te berekenen wanneer een partij de overhand krijgt. Lanchester deed dat voor legers in oorlog, maar je kunt zijn resultaten ook toepassen op marktpartijen, in strijd om de gunst van de klant.
Het blijkt dat bij een marktaandeel van 26% een partij niet (zomaar) meer door de concurrentie uit te schakelen is.
Marktdominantie is dus eenvoudig te bestrijden door marktaandelen boven -zeg- een kwart af te toppen.
Abonneren op:
Posts (Atom)
-
Wat is het gemiddelde windvermogenaanbod op een locatie? En welke effectieve windsnelheid past daar bij? De kinetische energie van ee...
-
Gedurende een jaar of 50 legt 1 boom -bijvoorbeeld een eik- grofweg 1 ton CO 2 per jaar vast. Bovengronds. Het komt overeen met d...
-
Mark Rutte wil bezuinigen. Dat wil de VVD altijd wel want ze vinden de staatsschuld altijd te hoog. En nu is de staatsschuld wel erg ver opg...