Het begon ooit als dorpje. De ligging op het kruispunt van wateren, aan het einde van de Hondsrug, was gunstig voor de bewoners. Om er simpelweg de voorbijkomende schippers af te kunnen persen. Stapelrecht noemden ze dat.
Het dorpje groeide uit tot een regionale grootmacht waaronder het omringende land zuchtte.
Later vindt deze stad een goede verdienste in de turfhandel. Daarvoor lieten stadse 'veenbazen' het omliggende veen afgraven. De turfstekers die ze het werk lieten verrichten werden het prototype van armoedzaaier.
Tijdens de industriële revolutie groeide Groningen uit tot de graanschuur voor Engeland, omdat landarbeiders daar in fabrieken gingen werken. Hereboeren -en strokartonfabrikanten- werden schathemeltje rijk. Dit keer over de rug van landarbeiders.
Eén en ander kwam allemaal niet ten goede van de onderlinge sfeer.
Al die inkomstenbronnen gingen echter verloren. Nu teert het stadje nog op de universiteit die er indertijd gevestigd werd. De ouderwets zure, narrige Groninger sterft nu uit om plaats te maken voor een bijzonder vriendelijke, jonge en gemoedelijke bevolking.
Aanbevolen post
Mijn politieke programma op 1 A4-tje
Als Geert het kan, kan ik het ook, dacht ik, dus: Samenleven is het alternatief voor ieder-voor-zich-met-het-recht-van-de-sterkste-als-ge...
22 juli 2020
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
-
Wat is het gemiddelde windvermogenaanbod op een locatie? En welke effectieve windsnelheid past daar bij? De kinetische energie van ee...
-
Mark Rutte wil bezuinigen. Dat wil de VVD altijd wel want ze vinden de staatsschuld altijd te hoog. En nu is de staatsschuld wel erg ver opg...
-
Gedurende een jaar of 50 legt 1 boom -bijvoorbeeld een eik- grofweg 1 ton CO 2 per jaar vast. Bovengronds. Het komt overeen met d...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten