Filosofen zijn geen wetenschappers die hun ideeën (zouden moeten) toetsen aan de werkelijkheid. Filosofen laten hun gedachten vrijuit gaan, slechts onderworpen aan logica. Eventueel hun eigen logica. Maar daar mag je ze dan aan houden.
Die logica moet je dan naar zoeken, en naar hun definities. Neem het geval in Trouw:
Filosoof Cees Zweistra schreef een boek over complotdenkers: Ze zijn niet gek, ze zijn niet dom. Ze zijn slecht
De definities (volgens de krant) die hij gebruikt zijn:
- "De populist is geëngageerd, die wil een verloren wereld herstellen, en voelt zich ontheemd in een wereld waarmee hij het contact is kwijtgeraakt".
- De complotdenker "neemt de onderbuikgevoelens van de populist over, was misschien wel begonnen als populist, maar keert zich van de samenleving af. Hij doet iets veel effectievers: hij sticht een nieuwe onlinewereld waarin hijzelf alle macht heeft."
- Maar dan: "Het kwaad" zit in mensen die "hun mogelijkheden alleen maar voor zichzelf aanwenden".
Met die laatste definitie houdt zijn denken echter op. Dat is geen redeneren, dat is bevestiging zoeken voor je vooropgestelde conclusie. Wat hij juist de complotdenkers verwijt.
De discussie gaat dan dus over de definitie van Het Kwaad.
Waar de "complotdenkers" dat zien in de belemmering van hun individuele belangen en vrijheden, ziet Zweistra dat in de belemmering van het algemene belang.
Tja,
dan zitten we heel dicht in de buurt van de klassieke tweedeling rechts - links.