Computers werken met bits: enen en nullen. Als computers met elkaar communiceren (bijvoorbeeld via internet) wisselen zij bits uit.
Mensen denken in ideeën. Als zij met elkaar communiceren wisselen zij ideeën uit.
Dat is een wezenlijk verschil. Als we willen dat mensen en computers werkelijk met elkaar kunnen communiceren moet dat verschil overkomen worden.
Anatoli Rapoport verduidelijkt dat aan de hand van een raadspelletje. Stel: 'ik' neem een woord in gedachten en 'jullie' moeten dat raden. Je mag er vragen over stellen.
Dan kun je daar op in gaan door alle letters van het alfabet af te lopen. Dit is wat je een computer zou kunnen laten doen. Iets preciezer: volgens de regels van de informatica.
Maar stel nu dat 'ik' nu niet een 'woord' in gedachten neem maar een 'idee'. Ideeën zijn veel vager en kunnen vaak niet eens in woorden gevat worden.
Hoe zou je daar nu naar kunnen raden?
Je kunt contextuele vragen stellen waarmee je het vraagstuk steeds verder inkadert. 'Gaat het over mensen, of over dieren, planten, dingen?' &c. Bij elke volgende vraag moet je dan weer een nieuwe context voor ogen te halen. Daar zijn mensen gelukkig vindingrijk genoeg voor.
Punt is dat er echter geen systematische manier is om alle mogelijke ideeën af te lopen, zoals bij de letters van het alfabet.
Waar computers met "eindige reeksen" van mogelijke oplossingen werken (uiteindelijk terug te voeren tot bit-reeksen) is het aantal mogelijke ideeën die mensen kunnen hebben bovendien praktisch onbeperkt.
Willen we computers (of internet) met mensen ideeën laten uitwisselen moeten we ze iets speciaals laten doen.
Een eerste stap is het maken van woordenlijsten en lijsten van locaties waar die woorden aangetroffen zijn. Dat is wat zoekmachines doen.
Maar met woorden hebben we nog geen ideeën. Als je iets te weten wil komen waar je de naam niet van kent kom je er niet mee.
Een tweede stap is dan het 'taggen', of labelen. Iemand heeft een associatie gemaakt en die vastgelegd in een tag. Daarmee is een context gevormd waarbinnen men kan zoeken. Dat kan ook een abstracte of onbewust aangelegde tag zijn. Bijvoorbeeld de extra opties waarop je gewezen wordt bij Amazon.com: 'other customers also bought this..'.
Een derde stap is daarnaast ook de aard van de relatie vast te leggen: onderwerp1, relatie, onderwerp2. We zitten dan heel dicht tegen elementaire zinnetjes aan als 'man bijt hond'. Ofwel volgens de structuur van het van de basisschool vast nog wel bekende onderwerp-gezegde-lijdend voorwerp.
Dit is de basis van de RDF standaard van het W3C, het "World Wide Web Consortium", en de elementaire bouwsteen van het 'semantische web'.
Het 'semantisch web' kan niet op eigen gelegenheid relevante (=in context geplaatste) informatie leveren. Maar het onthoudt de associaties/ relaties/ contexten die ooit door mensen zijn gelegd. Daarmee worden creatieve capaciteiten van de mensen en de geheugencapaciteiten van computers met elkaar verenigd.
Aanbevolen post
Mijn politieke programma op 1 A4-tje
Als Geert het kan, kan ik het ook, dacht ik, dus: Samenleven is het alternatief voor ieder-voor-zich-met-het-recht-van-de-sterkste-als-ge...
06 april 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
-
Wat is het gemiddelde windvermogenaanbod op een locatie? En welke effectieve windsnelheid past daar bij? De kinetische energie van ee...
-
Mark Rutte wil bezuinigen. Dat wil de VVD altijd wel want ze vinden de staatsschuld altijd te hoog. En nu is de staatsschuld wel erg ver opg...
-
Gedurende een jaar of 50 legt 1 boom -bijvoorbeeld een eik- grofweg 1 ton CO 2 per jaar vast. Bovengronds. Het komt overeen met d...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten